Deze risotto is een heerlijk wintergerecht dat gemaakt kan worden als rozemarijnplanten bloeien (dat doen ze meestal ook in de winter en dat is zo mooi!).
Ik hou zo veel van die kleine delicate lavendelkleurige bloemen omdat ze een soort “vooruitzicht” geven op wat er gaat komen, en ze zien er zo prachtig uit tegenover het donkergroen van de rozemarijnblaadjes. Ze zijn natuurlijk eetbaar, dus je kunt ze gebruiken om het gerecht mee te garneren.
De combinatie van smaken en kleuren in deze risotto is erg fijn: rijke en intense walnoten, lichtzure bosbessen en volle rode wijn maken dit het perfecte comfort food-gerecht met een vleugje originaliteit.
Buon appetito!
………………………………………………………………………………………..
Risotto con rosmarino, vino rosso e mirtilli
Voor 2-3 personen
Ingrediënten:
3 eetlepels extra vergine olijfolie
1 + 1 eetlepel boter
1 middelgrote ui
een paar takjes verse rozemarijn, eventueel met bloemen
200 gr. risottorijst van goede kwaliteit (Carnaroli, Vialone, Baldo …)
½ glas goede en krachtige rode wijn
2-2,5 l. bouillon (ik heb groente gebruikt)
100 gr. verse bosbessen
zeezout en zwarte peper
1-2 handjes walnoten, grof gehakt
geraspte Parmigiano of Grana kaas (optioneel)
Haal een klein handje rozemarijnblaadjes van de takjes en hak ze fijn. Bewaar de rest (en eventueel de bloemen) voor garnering.
Hak de ui fijn en fruit deze samen met de gehakte rozemarijnblaadjes zachtjes in 3 eetlepels olijfolie en 1 eetlepel boter tot het glazig wordt.
Voeg de rijst toe en laat deze al roerend glazig worden (de puntjes van de korrels worden licht doorschijnend). Dit duurt ongeveer 1 minuut.
Voeg de rode wijn toe en laat deze goed verdampen totdat je geen alcohol meer ruikt.
Voeg meerdere grote pollepels bouillon toe en zorg ervoor dat de rijst ermee bedekt is. Blijf regelmatig roeren en voeg bouillon toe zodra deze gedeeltelijk door de rijst wordt opgenomen.
Het belangrijkste dat je hoort te doen tijdens het bereiden van risotto, is om constant bouillon toe te voegen. Zodra de rijst wat droger wordt, voeg je wat toe. Tegen het einde van het kookproces kun je steeds minder bouillon toevoegen, maar in het begin hoort de rijst ermee bedekt te zijn.
Als de risotto bijna gaar is, voeg de bosbessen toe en blijf roeren tot de rijst mooi al dente is.
Haal de pan van het vuur en voeg 1 eetlepel boter en wat geraspte kaas toe (optioneel). Roer goed door en breng eventueel op smaak met peper en zout.
Laat de risotto 2-3 minuten rusten met de deksel op de pan. Houd het vrij vochtig, want het zal ook na het serveren bouillon blijven opnemen. Als je merkt dat het te compact is, voeg dan een beetje bouillon toe en roer goed.
Serveer onmiddellijk, gegarneerd met de gehakte walnoten plus de verse rozemarijnblaadjes en bloemen. Wat extra geraspte kaas is altijd een goed idee.