We beginnen onze reis in de geschiedenis van Venetië en haar calli (de kleine straatjes) door twee cicchetti te bereiden: kleine hapjes die in de karakteristieke cafés genoemd bàcari als aperitief worden geserveerd. Bij onze cicchetti drinken we een Spritz, de bekende cocktail met Campari en Prosecco.

We maken polpettine di carne e patate (gefrituurde aardappel-vleesballetjes) en rotolini di zucchina ripieni (gevulde courgetterolletjes). Als primo piatto bereiden we gnocchi di zucca (pompoengnocchi met een delicate pesto van gemengde kruiden) en als secondo maken we de heerlijke pollo in tecia, gestoofde kip in tomatensaus op z’n Venetiaans geserveerd met een romige bijgerecht met wortelen en pancetta plus een rijke Venetiaanse salade. Als dessert eten we een zachte en romige zabaione con zaleti, sabayon met krokante polentakoekjes.